Denktank

Vincent Ketting in zijn nieuwste column voor Bouwwereld

De positie van de architect in de bouwketen is door de jaren heen behoorlijk aan verandering onderhevig geweest. De architect als bouwheer is er één van lang vervlogen tijden. Dat hoeft wat mij betreft ook niet meer terug te komen, begrijp me niet verkeerd, maar meer waardering voor de rol zou er wel moeten zijn. Wij waren als beroepsgroep al een tijd in de veronderstelling dat er meer waardering voor het architectenvak mag zijn maar nu lijkt het erop dat deze mening ook buiten de beroepsgroep wordt gedeeld. Dat is heel fijn, anders heeft het de schijn van navelstaarderij.

Want wat is het geval: Vandaag lees ik op een gerespecteerde website dat de regering gaat onderzoeken of er weer een Nederlands Architectuurinstituut (NAi) kan komen.

Het onderzoek wordt opgestart na een motie van Sandra Beckerman (SP) welke door de Tweede Kamer is aangenomen op 27 juni. De aanleiding voor deze motie was omdat “het ontbreekt aan waardering en erkenning voor het werk van onder andere architecten” en “zij in de gehele bouwketen een marginale positie krijgen”. Het is ook de constatering van de Tweede Kamer, want inmiddels is de motie met een ruime meerderheid aangenomen. Er is dus een breed gedragen mening over de verbetering van de positie van de architect in de bouwketen. Het is een pijnlijke conclusie dat onze positie zo onvoorstelbaar matig is dat het zover heeft kunnen komen. Maar nu niet ontevreden zijn met het verleden, de huidige aandacht is uitstekend. Daar word ik zeker heel blij van. Het momentum is daar. De BNA kan zich laten gelden door het onderzoek te voeden en de kans te pakken om vakgenoten, en het vak in de breedte, vooruit te helpen.

Er is dus een breed gedragen mening over de verbetering van de positie van de architect in de bouwketen. 

Er komt mogelijk dus weer een Architectuurinstituut. Met de nadruk op weer. Want in 1993 heeft Jo Coenen het NAi-gebouw ontworpen waar ik zelf als student al kwam voor boeken, lezingen en tentoonstellingen. In 2013 is het NAi omgedoopt tot Het Nieuwe Instituut na een fusie met 2 andere instellingen. Het Nieuwe Instituut werd hierdoor meer een algemeen instituut voor architectuur, design, mode en digitale kunst, zonder nadruk op één van deze. Jammer, als je het mij vraagt omdat Nederland een architectuurinstituut verdient als leverancier van een aantal vooraanstaande wereldberoemde architecten en gebouwen.

 

Ik hoop dat los van het belang van de komst van een nieuw Architectuurinstituut er daarmee ook aandacht komt voor de rol van de architect in de bouwketen. Als kennisland kunnen wij een enorme stap voorwaarts zetten. Nederlandse architectuur, en zeker ook onze bouwers, worden niet alleen binnen de landsgrenzen gewaardeerd maar die kennis is ook een heel mooi en waardevol exportproduct. Ons bureau en vele andere Nederlandse bureaus hebben reeds jaren ervaring in het acquireren van projecten in het buitenland. Daarnaast heeft Nederland een enorme aantrekkingskracht op jonge architecten die van over de hele wereld naar ons land komen om te studeren en ervaring op te doen. We staan als architectuurland dus al goed op de kaart! Nu is het zaak om de waardering van de architect te vertalen in een verbeterde positie in de bouwketen. Niet ten koste van andere ketenpartners, maar voor verbetering van het investeringsniveau binnen de architectenbranche waardoor we met elkaar in staat zijn meer te investeren in innovaties, opleidingen en onderzoeken. De transitie van bouwheer naar denktank voor grote maatschappelijke uitdagingen!

 

Geweldig toch …?